In het verleden lagen de dorpen in de Kempen nogal geïsoleerd. Toen in 1897 de tramlijn Eindhoven-Reusel tot stand kwam, bevorderde dat de komst van industrieën. Vooral de sigarenindustrie ging een belangrijke plaats innemen. Vele kleine fabriekjes ontstonden, maar een groot deel daarvan verdween weer in de loop der jaren.

In 1959 werd Bladel aangewezen als ontwikkelingskern en kon daardoor financiële faciliteiten bieden aan nieuwe industrieën. Sinds die tijd hebben veel bedrijven van uiteenlopende aard zich in de gemeente gevestigd.

De dorpen die samen de gemeente Bladel vormen hebben elk hun specifieke historische kenmerken.

Bladel vinden we o.a. terug als Bladele, Pladella en Bladella, maar al sinds 1280 is de schrijfwijze: Bladel. Het oudste gegeven van Bladel is een akte uit 922, waarin Karel de Eenvoudige, Koning van de Franken, in een kasteel "Pladella Villa" aan graaf Dirk "Holland ende die Kerck t'Egmonde" (Kennemerland) ten geschenke gaf. Men mag daarom zeggen dat in Bladel de wieg van Holland heeft gestaan. Aangenomen wordt dat met Pladella Villa een groot huis in het huidige dorp Bladel bedoeld is.

Hapert komt in 710 voor onder de naam Heopardum. De Heilige Willibrordus kreeg toen als gift van Bertiliadia haar bezittingen in Hulislaum (Hulsel) en Heopardum.

In Hoogeloon staat een uit de Middeleeuwen (± 1400) daterende toren. In de toren bevindt zich een klok uit 1435. Bij opgravingen in 1827 werden in Hoogeloon onder andere overblijfselen van de Romeinse tijd gevonden. In de jaren dertig werden grafheuvels ontdekt uit de bronstijd.

In oude brieven wordt Casteren ook Castelre en Kerk-Casteren genoemd. Omdat hier Romeinse oudheden zijn gevonden wordt aangenomen dat Casteren is afgeleid van "Castra", wat Latijns is voor legerplaats.

In 1219 wordt al geschreven over Netersel, maar later zien we o.a. nog Nederseel en Nethersem. Netersel is één van de "Acht Zaligheden".